De Kalinga-Oorlog; een keerpunt in de militaire geschiedenis van het oude India en een inspiratiebron voor pacificisme

Het jaar is 261 voor Christus. In het oude India woedt een conflict dat de geschiedenisboeken zou ingraven: de Kalinga-oorlog. Deze oorlog, gevoerd door de Mauryaanse keizer Ashoka de Grote tegen de staat Kalinga aan de oostkust van India, was een bloedige en verwoestende affaire. De oorlogsvoering van Ashoka was zo ontzagwekkend dat hij duizenden soldaten en onschuldige burgers verloor.

De oorzaak van deze oorlog ligt in Ashokas ambitie om zijn rijk uit te breiden. Hij wilde de controle overhandelswegen en grondstoffen verwerven die essentieel waren voor de economische groei van zijn keizerrijk. Kalinga, een rijke handelsstaat met strategisch gelegen havens, was een begeerde buit.

De gevolgen van deze oorlog waren enorm. De vernietiging was immens; steden lagen in puin en velden waren bedekt met lijken. Ashoka, diep getroffen door de verschrikkingen die hij had aangericht, bekeerde zich tot het boeddhisme. Hij zag de senselessheid van geweld en zwoer om zijn rijk te leiden op basis van vrede en medemenselijkheid.

De Kalinga-oorlog vormde een cruciaal keerpunt in Ashokas leven, en daarmee ook in de geschiedenis van India. Hij werd een fervent voorstander van ahimsa (geweldloosheid) en promootte het boeddhisme als staatsgodsdienst. Zijn inscripties op pilaren en rotsen getuigen van zijn boodschap van vrede, tolerantie en sociale gerechtigheid.

• Ashokas beleid na de Kalinga-oorlog:
  • Het bevorderen van boeddhistische principes door middel van missionering.
  • De bouw van kloosters en tempelcomplexen voor monniken en nonnen.
  • De oprichting van ziekenhuizen, scholen en drinkwaterputten voor het welzijn van de bevolking.
  • Het bevorderen van handel en economische groei door middel van betere infrastructuur.

De Kalinga-oorlog had niet alleen gevolgen voor India, maar rippelde ook uit naar andere delen van Azië. Ashokas boodschap van vrede en tolerantie verspreidde zich via handelsroutes en diplomatieke betrekkingen.

Door zijn radicale verandering werd Ashoka een pionier in non-violence. Hij stelde een nieuw ideaal voor: een wereld zonder geweld waarin alle mensen met respect behandeld werden. Zijn voorbeeld inspireerde latere pacifistische bewegingen en leidende figuren zoals Mahatma Gandhi.

Het is ironisch dat de oorlogszucht van Ashoka juist leidde tot zijn spirituele ontwaken en de verspreiding van boeddhistische principes. De Kalinga-oorlog staat dan ook symbool voor de complexiteit van menselijke ambitie, de vernietigende kracht van oorlog en de hoop op een vreedzamere toekomst.

Ondanks de verschrikkingen van de Kalinga-oorlog ligt er een waardevolle les verborgen in de geschiedenis: zelfs na het grootste geweld kan vrede en verzoening geboren worden. Ashokas transformatie doet ons beseffen dat verandering mogelijk is, zelfs bij degenen die het meest lijken op de weg van geweld te staan.